Op weg naar een stukje Nederland
7 tot 14 mei 2015
De afstand tussen Antigua en Statia, zoals de locals St Eustatius noemen, is ruim 75 mijl, een afstand welke te ver is om in 1 dag te bezeilen. Dit werd dus weer een nacht zeilen en zo vertrokken we samen met de Puff aan het einde van de dag ( donderdag 7 mei) vanuit Jolly Harbour op Antigua naar Statia.
Goed weer, zonnig en een wind van 3-4 Bf uit….uiteraard, oost tot noordoostelijke richting. Vol tuig en een halve knoop stroom mee, onder een ruime tot voor de windse koers, hetgeen al gauw een snelheid van 6-7 knopen opleverde. Tegen half zeven nam de wind en deining wat toe en besloten we het grootzeil weg te halen en met een uitgeboomde genua de avond in te gaan. Zowaar een prima keus, daar de snelheid niet verder daalde dan 5,5 knoop. De Aries weer aan het werk en zo zeilden we onder een prachtige sterrenhemel en met maanlicht verder de nacht in. In de loop van de nacht moesten we de snelheid wat uit de Wildeman halen om niet te vroeg ( in het donker) op St. Eustatius aan te komen. Daartoe draaiden we de uitgeboomde genua steeds verder in, tot uiteindelijk slechts een klein stukje genua overbleef; desondanks bleven we nog steeds 5 knopen varen! Een vreemde gewaarwording, relatief weinig wind, een lastige deining en steile golven en toch nog zoveel snelheid.
Met name de zuidelijke ronding van St. Eustatius met de noordzijde van St. Kitts, was erg onrustig. De voor-de-windse koers was met moeite te houden, maar het ultra kleine stukje genua sleepte ons keurig om deze hoek en na de ronding konden we weer oploeven en was Statia prima verder te bezeilen.
De Oranje baai van Statia ligt maar voor een klein deel beschut met een zeer bescheiden breakwater (pier) waardoor al snel een swell in deze baai aanwezig is. Ook een oostelijke swell wordt door de snelle en korte zuidzijde van Statia al snel omgezet in een zuidelijke swell in deze baai. Noordelijke of westelijke swell maakt ankeren in deze baai onmogelijk. In de baai lagen wel enige moorings maar met hulp van de crew van de Puff, kon met een hekanker deze swell redelijk opgevangen worden, je blijft zodoende redelijk met je boeg in de richting van de swell (golven) liggen met het achterschip naar de wind, het zijdelingse rollen wordt dan vervolgens een stuk minder.
Na de middag samen met crew van de Puff inklaren bij Nederlandse marechaussee en douane, weer een vreemde gewaarwording midden in de Carieb!
Nederland is voel- en merkbaar omdat zaken goed geregeld en bewaakt worden en er dus geld is voor informatie, rangers en parkbeheer. Veel gebouwen zijn gerestaureerd ( Fort Oranje) en je treft verschillende Nederlandse instellingen op het eiland, Jeugd en Gezin, Reclassering, politie, maatschappelijk werk etc. Verder spreken veel eilanders Nederlands of komen uit Nederland.
Het eiland heeft in de 18e eeuw op allerlei manieren geprofiteerd van de Amerikaanse vrijheidsoorlog, door middel van wapenleveranties en bevoorrading. Bijzonder historisch feit is dat Statia als eerste land ter wereld de Onafhankelijke Verenigde Staten van Amerika heeft erkend in 1779. Dit leverde overigens oorlog met de Engelsen op, waarbij ook hier admiraal Rodney zich liet gelden. De resten van de zeer lange kademuur uit deze tijd zijn nog op verschillende plekken aan de kustlijn terug te vinden. Uiteindelijk na veel machtswisselingen, kwam Statia in Nederlandse handen.
Statia, ook wel “ The Golden Rock” genoemd, telt op dit moment 4000 inwoners. Het eiland heeft geen zandstranden die omgeven zijn door resorts, maar relatief ongerepte natuur met een slapende vulkaan “ The Quill” ( De Kuil) die 600 meter hoog is. In de krater ligt een spectaculair tropisch regenwoud verscholen.
Samen met de Puff ( Frieda en Leon) zijn we deze vulkaan gaan beklimmen. Om 6.30 uur stonden we op de kade en werden we meegenomen door een local in een zeer klein autootje. Leon zat bijna met zijn benen in z’n nek, aangezien de omvang van de chauffeur erg “Wide” was. Maar desondanks nam hij ons de eerste paar honderd meter bergopwaarts mee. Het was een spectaculaire wandeltocht, eerst 1,6 km bergopwaarts en toen nog eens 0,6 km afdalend de krater in, waar we in een tropisch regenwoud terecht kwamen.
Het was zeer bijzonder om op de bodem van een krater te wandelen en de zonnestralen door de bomen te zien schijnen. De afdaling naar de krater was een flinke uitdaging. Over grote rotsblokken moesten we naar beneden klauteren, soms vasthoudend aan een touw of een boom. In de krater komen kolossale “kapok” bomen voor, die tientalle meters hoog kunnen worden met soms een metersdikke stam, die rusten op indrukwekkend wortelstelsels die deels boven de grond uitsteken.
Op de bodem veel varens en zijdezachte mossen. We hebben 5 Red Bellied Racer slangen, ( best eng….!!) vele Hermiet krabben, 1 grijze rat en heel veel salamanders, leguanen, kolibries en vlinders gezien. Aangekomen op het hoogste punt, een schitterend uitzicht over het hele eiland. Het eiland is 4,5 km breed en 9 km lang met een kust die voornamelijk uit steile kliffen bestaat met een aantal baaien, waar je smalle zwarte zandstrandjes vindt.
Het was een prachtige wandeling, genoten maar ook zeer moe en flink spierpijn. We hebben die nacht heerlijk geslapen, dat kun je je wel voorstellen en niets gemerkt van de swell, het was lekker in slaap schommelen.
De zeilreis naar Saba ging voorspoedig. We hebben 19 mijl gevaren op de genua en de wind was Noord-Noordoost kracht 4-5. We gingen als een speer.
Het eiland Saba zagen we als een grote rots al van verre liggen met de Mountain ” Scenery” die 877 meter hoog is. ( hoogste berg van Nederland ). Het eiland heeft alleen steile rotswanden, dus aan land komen kan maar op een aantal manieren. Met het vliegtuig, per boot of via de “ Ladder”
De “ Ladder ” is een stenen trap die op een helling is uitgehouwen en aangelegd en uit 844 treden bestaat. Voor dat “Fort Bay” ( de haven) in 1972 werd aangelegd, en het vliegveld in 1963 ,werd alles via deze trap naar boven op het eiland gebracht. Van piano’s tot zelfs de toenmalige koningin Wilhelmina, werd via deze trap alles naar boven gesjouwd.
We zijn via de “Ladder”, na een spectaculaire landing met onze dinghy, naar boven geklauterd. Er is geen strand, waar je een zachte landing kunt maken. Het strand bestaat uit grote en kleien ronde stenen.
Een grote golf lanceerde ons over de stenen het land op en we kwamen met een plof neer. Gelukkig was de dinghy van onderen niet beschadigd en de motor bleek ook ongedeerd. Wij kwamen met de schrik vrij. De crew van de Puff was al op de kant en zij hebben ons opgevangen en samen, de dinghy verder de kant opgetild.
Na aangekomen te zijn in het plaatsje ” The Bottom” kregen we een lift naar Fort Bay waar we moesten inklaren. Het was rond 12.00 uur dus tijd voor een lunch. Een flesje sinaasappelsap, een flesje water, een hotdog en een broodje tonijnsalade; $18 maar liefst. Terug naar The Bottom wederom een lift van een aardige local dame. Een oud collega van Frieda die op Saba woont, heeft ons daarna rondgereden over het eiland. De huizen zijn wit ,met rode daken en groene “shutters”.
Er wonen ongeveer 1500 inwoners en er zijn ongeveer 300 medische studenten uit de US en Canada. Ongeveer 60% van de inwoners leeft onder de armoede grens. Het leven op Saba is erg duur omdat alles moet worden ingevoerd. We haalden een fles lampenolie voor de prijs van $9,29. De gezondheidszorg is voor de inwoners gratis, behalve het tandarts bezoek. Een tandarts op Saba kan niet uit, 1 keer in de 2 weken komt er daarom een tandarts van St Maarten voor 1 dag naar het eiland. Jaarlijks komen er toch nog zo’n 20.000 vakantiegangers. Restaurants en eethuisjes zijn er volop, zelfs een chinees heeft zich op het eiland gevestigd. De huizen zijn hoog in de bergen op vlakke delen gebouwd, erg kneuterig allemaal, maar wel goed verzorgd en kleurrijk, mede door de vele bloemen in de tuintjes.
De mensen die naar de sociale werkplaats gaan, werken dagelijks in een terrasvormige aangelegde groente tuin en deze groente wordt dan weer verkocht aan de locals. De meeste mensen hebben een eigen woning variërend van klein tot zeer riante villa’s. Niet lang geleden zijn er een aantal sociale huurwoningen gebouwd voor diegene die zich geen goede woning konden veroorloven, ondersteund en gefinancierd door Nederland.
Daarna was het weer tijd om naar de dinghy terug te gaan, dus behoorlijk de zenuwen hoe weg te varen met de enorme branding en de stenen waar we over heen moesten met onze dinghy. Wij zouden eerst te water gaan en Leon en Frieda zouden ons een zetje geven. De rugzak, schoenen goed vast gesjord in de boot en wachten op het goede moment! “Ja nu”, de boot in het water, rollend kwamen we in de boot terecht, nadat we een zetje hadden gekregen van Leon en Frieda. Ik meteen peddelen en Coen proberen de motor aan de praat te krijgen. Dat lukte en konden we de zee op varen. We hadden de wind en de golven tegen, we kwamen dan ook als verzopen katten aan bij onze boot. Nadat Coen mij op de Wildeman had afgezet, is hij weer terug gegaan, om als dat nodig mocht zijn, de dinghy met Leon en Frieda terug te slepen. Ze bleken motorproblemen te hebben, gelukkig konden zij uiteindelijk toch op eigen (motor) kracht de Puff weer bereiken. Als we vooraf hadden geweten hoe moeilijk de landing en vertrek met de dinghy zou worden, hadden we het niet ondernomen, maar als alles goed is gegaan, kun je er achteraf altijd om lachen.
De volgende dag was het voor ons weer tijd om te vertrekken voor de zeiltocht naar St Maarten, mede om onze koelkastproblemen op te kunnen lossen. St Maarten is het watersport centrum bij uitstek, met grote watersport winkels voor heel het Caribisch gebied. We zijn achteraf blij dat we St Eustatius en Saba hebben mogen bezoeken, het was zeer bijzonder om op deze Nederlandse bodem te zijn en de sfeer van deze beide eilanden te mogen proeven.