Saint Lucia en Martinique

23 maart tot 2 april 2015

Vroeg op ( 6.30 uur) want het zou een lange dag worden naar Saint Lucia, een zeildag van 35 mijl. Het was een stralende dag, volop zon en in eerste instantie weinig wind, vol tuig en de motor bij. Rond 9.00 uur nam de wind toe, een noordoosten wind ( 3 à 4 Bft), de motor uit en aan de wind zeilend hebben we volop genoten. Genieten van de het mooie landschap, de blauwe zee, de zon en de mooie vergezichten, prachtig gewoon.

In de verte zagen we de 2 Pitons, ook wel de “ tits” genoemd ( hoge spitse bergen? ), hoog boven het glooiende landschap uitsteken. Aangekomen in de baai tussen de twee Pitons bleek het ankeren niet mogelijk, je kon er alleen aan een meerboei liggen. We besloten naar de volgende baai bij het plaatsje Soufriere te gaan, temeer daar toch moesten inklaren. In deze baai was het verboden te ankeren vanwege het koraal, dus vastmaken aan een meerboei. Een vriendelijke boatboy wilde ons helpen bij het vastmaken aan de meerboei, echter de hulp was niet nodig. We hadden ooit in Zweden een grote mooring-haak gekocht waar we uitstekend mee kunnen aanleggen als we aan een meerboei willen vastmaken.

Voor de niet kenners; een meerboei bestaat uit een bal vastzittend aan een lange ankerlijn die vast zit of aan een blok beton of aan een of twee ankers onder water. Onder de bal zit vaak een lijn met een lus vast aan de lange lijn. Je eigen landvast haal je door de lus en je maakt de lijn vast aan de boot. Deze vriendelijke boatboy hield de lijn met de lus omhoog, zonder te vragen, zodat Coen de lijn door de lus kon steken. Aan het einde van de dag kwam de boatboy geld innen voor de meerboei en voor de hulp. “Hulp”, we hadden helemaal niet om hulp gevraagd, niets betalen dus. Dat stond de boatboy helemaal niet aan en Coen heeft hem dan maar een blikje bier gegeven, om de lieve vrede te bewaren. De boatboys zijn zo gewend dat ze voor de summiere hulp die ze bieden iets van geld kunnen vragen, ook al heb je daar niet om gevraagd. Ze dringen zich erg op, blijkbaar een normale gang van zaken hier, echter soms erg irritant. Het geld wat we voor de meerboei moesten betalen was niet mis, 40 EC (13,00 euro). We lagen heel dicht bij de bewoonde wereld, dat was s ‘avonds dan ook duidelijk te merken. Niet echt rustig, veel luide muziek wat voor deze landen heel normaal is. In Nederland zou je meteen de politie erop af sturen, overlast zoals wij dat noemen. De volgende ochtend naar de andere kant van de baai, vastgemaakt aan een meerboei van de SMMA. We dachten goedkoper uit te zijn, echter voor deze meerboei moesten we 54 EC ( 18 euro) betalen. Het was wel een zeer mooie plek waar je prima kon snorkelen. Dat hebben we dan ook gedaan. Er bleken kleine kwalletjes in het water te zijn, die je venijnig konden prikken, het leek wel of je een stroomstootje kreeg en dat deed even pijn. Onderwater was veel koraal en we hebben prachtige vissen gespot.

De volgende dag zijn we rustig aan om 9.30 uur vertrokken naar Rodney Bay, in het noorden van St Lucia. We hebben 2 dagen ( alleen) aan een meerboei in de lagoon gelegen. Een lagoon is een baai die bijna afgesloten is van de zee. We lagen er zeer rustig, geen golven of swell en we konden heerlijk weer eens onder de douche in de marina.

Rodney Bay is een baai waar veel vakantie huizen zijn neergezet, een groot vakantie park waar je de boot voor de deur hebt liggen. Het ene huis nog groter en mooier dan het andere. Aangezien er in de marina een maritieme winkel was, konden we goed inkopen doen. Door continu op zout water te varen heeft de boot veel te verduren. Zijn de schroeven niet van RVS dan ben je aan de beurt, roest, roest en nog eens roest. Voor alle zekerheid dus maar een voorraadje RVS schroeven ingekocht. Voor de Leeward Islands, waar we nog naar toe willen gaan, hadden we geen Cruising Guide, dus deze Pilot ook gekocht.

De eilanden behorende bij de Leeward Islands zijn:

Anguilla-St Maarten-Saba-Sint Eustatius-St Christopher-Nevis-Redonda-Montserrat-Antigua-Barbuda-Guadeloupe-Marie Galante-Iles Des Saintes-Dominica.

Welke eilanden we precies zullen gaan bezoeken, weten we nog niet. Dit hangt mede af van de tijdsperiode en de weersomstandigheden.

Vrijdag 27 maart vertrokken we om 7.30 uur naar Martinique, naar de Marina in Le Marin alwaar we Marc zouden ontmoeten. Het was een mooie zonnige maar schitterende zeildag, aan de windse koers en de Aries kon eindelijk weer eens aan het werk. Een zeiltocht van 24 mijl met een windje uit Noord-Oostelijke richting windkracht 3 Bft. Het binnenvaren van Le Marin was indrukwekkend. Le Marin ligt aan een zeer grote baai waar naar schatting, zo’n 300 boten voor anker liggen. In de haven van Le Marin liggen verder nog eens 750 boten waarvan de helft Catamarans die v.n.l voor de verhuur zijn. Mega dus, we keken onze ogen uit. Het is tevens een centrum waar je alle watersportwinkels en bedrijven aantreft die je kan bedenken en veel supermarkten, met o.a. een grote Leader Price, met een groot assortiment producten en ook nog eens goed te betalen. Aangezien onze voorraad aardig aan het opraken was, moesten we flink inkopen doen. Koffie bijv. is slecht te krijgen op de eilanden of je betaald de hoofdprijs. Aangezien we toch graag een kopje koffie drinken, flink veel koffie ingeslagen want we vrezen dat er op de Leeward Islands wederom weinig koffie gekocht kan worden. Tijdens onze Atlantische oversteek is onze wind display gestorven. Via marktplaats in Nederland, hebben we een occasion winddisplay op de kop kunnen tikken. Marc was even in België en heeft de windmeter voor ons mee genomen en hij werkt gelukkig gelijk prima. Met deze deal hebben we nu tevens een reserve logdisplay en dieptedisplay.

Maandag 30 maart zijn we vervolgens vertrokken naar de Grand Anse, een grote baai net onder Fort De France. De zeiltocht van 13 mijl wederom Noord-Oosten wind kracht 3 Bft, varend op de Genua. We passeerden Diamond Rock, een rots met een verhaal, zie het verhaal van Coen. Op dinsdag 31 maart kwamen we aan in Saint Pierre, na een tocht van 15 mijl en zijn voor anker gaan liggen in wederom een prachtige baai. Saint Pierre ligt aan de voet van de Mont Pelée vulkaan. Deze vulkaan is op 8 mei 1902, Hemelvaartsdag tot uitbarsting gekomen en 28.000 inwoners van Saint Pierre zijn hierbij omgekomen. Ondanks alle waarschuwingen, gerommel, asregen, trillen van de grond gingen de meeste inwoners van Saint Pierre s’ ochtends naar de kerk. Het was een bijzondere feestdag vanwege het communie feest en veel familie was juist daarvoor gekomen. Deze uitbarsting ging gepaard met een zeer heftige hitte ontwikkeling, 1000 graden of meer, asregens, een bombardement van steen en rotsblokken en verstikkende gaswolken. Op ruime afstand zagen zeker 100.000 mensen hoe Saint Pierre met 28.000 inwoners ten onder ging. Een drama waarbij uiteindelijk slechts twee mensen het levend eraf brachten. Een koopman die toevallig boven in de bergen was en een gevangene die in zijn cel in Saint Pierre opgesloten zat achter meters dikke muren. De hele stad werd in luttele minuten volkomen weg geblazen. In de baai lagen tien tallen vrachtschepen die alle ten onder gingen. Heden ten dagen liggen op de bodem van deze baai nog talloze wrakken als gevolg van deze uitbarsting. De vruchtbare grond die achter bleef word nu intensief gebruikt voor rietsuiker teelt. Deze rietsuiker teelt vormt de basis voor de rum productie. Deze rum maakt Martinique mede wereld beroemd.

Martinique is een mooi eiland maar een typisch Frans, dus Europees en niet Caribisch eiland. Het was even fijn om in Frankrijk te zijn.

 

Helaas geen de foto’s vanSt Lucia en Martinique, per ongeluk van de computer gewist… snik, snik!

 

 

 

 

 

Geef een antwoord