Stukje zeilen deel 1

Te midden van onze reisverslagen mag een stukje over het zeil( technische) deel op onze reis niet ontbreken. Immers we hebben bewust gekozen om als het even kan ons zeilend voort te bewegen en het motoren zo veel mogelijk te beperken.

Kijken we terug hoe dit de afgelopen maanden is verlopen, moeten we constateren dat dit tot op heden nog niet echt gelukt is. Hier zijn verschillende redenen voor aan te voeren. Allereerst speelt de verlate vertrekdatum hierin een rol. Oorspronkelijk zouden we 14 juli zijn vertrokken, dit werd uiteindelijk 14 augustus. Wij hadden vanaf dat moment min of meer het idee dat we tijd moesten inhalen. Iets dat we eigenlijk helemaal niet willen, maar dat door onverwachte omstandigheden is onze planning anders gelopen. Het eerste traject van IJmuiden naar Dover kenmerkte zich nog door veel wind uit noordwestelijke en later westelijke richting. Alles te bezeilen, aanvankelijk hoog aan de wind en allengs steeds ruimer tot zelfs halve wind gedurende de laatste 20 mijl naar Dover.

De boot ligt op deze koers onder helling variërend van 10 tot ca. 20 graden. Deze helling is wel regelmatig en het schip schommelt niet, bij hoge golven gaat het schip wel meer met de boeg “klappen” en bij hoge golven klim en daal je echt op de golven. Door de harde wind, deining en het verkeer, stond de motor op dit traject wel een aantal keer stand-by.

Verder was het door de hoge deining wel nodig de giek vast te zetten met de zogenaamde bulletalie. Dit is een lijn die aan de giek bevestigd word, vervolgens naar voren word geleid en daar via een blok weer naar achter gaat en halverwege aan de andere kant van het schip wordt vastgezet op de zijkikker of nog verder op de genualier in de kuip. Deze lijn zorgt ervoor dat je niet verrast word door een zwaaiende giek wanneer je door hoge golven opzij word weggezet. Zeker ’s nachts zorgt deze lijn voor veel rust, overigens moet iedereen bij hoge golven in de kuip blijven en alleen bij hoge uitzondering naar voren gaan en dan alleen met zwemvest om en aangelijnd. Bovendien zijn acties op het voordek op zee alleen geoorloofd als er iemand anders in de kuip aanwezig is. Zwemvesten zijn eenmaal op zee, nooit onderwerp van discussie, maar altijd verplicht.

Vanaf Dover werd het zeilen helaas anders en hadden we veelal te maken met westelijke winden, kortom de wind vaak tegen en verder op stukken weinig of geen wind. Hier hebben we veel mijlen motorzeilend moeten maken en/of moeten motoren teneinde havens nog bij daglicht te “halen”.

In Falmouth hebben we een aantal dagen moeten wachten vanwege het slechte weer. Toen we eindelijk een weergat in zuidelijke richting zagen met zuidoosten- en vervolgens westenwind, zijn we direct vertrokken. Helaas pakte dit anders uit en de wind draaide veel eerder weer naar zuid- tot zuid zuidwest.

Om in het vervolg van de overtocht naar Coruna toch zoveel mogelijk te kunnen zeilen moesten we daarom een lange “slag” in westelijke richting maken, veel mijlen extra zeilen, in plaats van pal naar het zuiden te varen. Hier kwamen we voor de keus te staan om laverend, dus zigzaggend naar het zuiden te varen of zo scherp mogelijk tegen de wind in te gaan zeilen met motor bij en alleen grootzeil. De laatste optie was geheel tegen de wind in te gaan motoren.       Alleen motoren viel gelijk af, immers 500 mijl motoren is veel te ver en absoluut niet comfortabel gezien de hoge golven, nog afgezien van de brandstof die dit zou kosten, ca. 2,5 liter per uur en dus bij 500 mijl a 5 mijl gemiddeld, totaal 250 liter a 1,75 euro, toch een dure grap.                                                                                                                         Zigzaggend alles te gaan zeilen is weliswaar het echte zeilen, maar daarmee zou het hele traject bijna verdubbelen en zouden wij zeker niet meer voor 1 september in Coruna kunnen aankomen. Denkend aan ons verlate vertrek uit Nederland vormde dit ook geen reële optie. Bleef over het motorzeilen met alleen grootzeil;

Voordelen: de vaartijd blijft redelijk optimaal en bij veel wind en hoge golven heeft het schip middels de druk in het grootzeil een meer rustige stabiele vaargang door het water. Als er uitgeweken moet worden voor scheepvaart is de motor direct te gebruiken. Tenslotte levert de motor genoeg stroom voor SSB, stuurautomaat, verlichting en apparatuur.

Nadelen: brandstof, echter de motor draait op lage toeren en gebruikt daardoor minder brandstof, ca.1 liter per uur a 5 mijl gemiddeld 100 liter totaal. Verder is het motorgeluid vooral ’s nachts voor degene die slaapt storend. De passage over de Golf van Biskaje hadden we de wind vaak nagenoeg tegen en bovendien regelmatig te maken met grote beroepsvaart waarvoor we moesten uitwijken.

Op de passage van Portugal naar Madeira hadden we weliswaar de wind juist mee, maar hier viel de wind regelmatig bijna weg. Wind mee betekent hier, voor de wind of ruime wind, waarbij de wind min of meer van achteren komt. Op deze koersen ligt de boot nagenoeg horizontaal en is gevoelig voor golven van opzij, waardoor je begint te schommelen. Voor de wind, met golven van achteren, begint het schip te surfen en krijgt daardoor nog meer snelheid. Je krijgt hierbij het gevoel dat je niet alleen door de wind vooruit wordt geblazen, maar ook dat je af en toe door een golf wordt opgetild en nog eens extra vooruit wordt gegooid, een spectaculair gevoel.  Op deze laatste koersen gebruiken we ook als de wind minder word, de genaken. Dit grote voorzeil van 100 m2 is gemaakt van dunne kunststof en staat als een grote ballonfok voor of opzij van het schip en zorgt juist bij minder wind voor nog een redelijke snelheid.

Voor al onze langere trajecten, zeker met een regelmatige windrichting, hebben wij een zogenaamde windvaan, merk Aries, op de Wildeman al snel omgedoopt als onze Tante Truus. Deze windvaan is in feite een mechanische stuurautomaat die zonder energie, maar juist door en met de wind via een lijnenstelsel het schip bestuurt. Het bestaat uit een houten windblad dat via een rader systeem is verbonden met een apart roerblad dat vervolgens met lijnen elke beweging doorgeeft aan het stuurwiel. Een windvaan kost geen energie, is geluidloos en is bovendien eenvoudig te onderhouden. Af en toe wat smeren en op tijd lijnen vervangen.

(Coen)

Geef een antwoord